Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993

 

Artikel 9
1
Een certificaat voor het geven van rijonderricht wordt tegen betaling van het daarvoor door Onze Minister vastgestelde tarief afgegeven door het instituut.
2
Een certificaat voor het geven van rijonderricht wordt slechts afgegeven:
a
indien het de eerste afgifte betreft, aan degene die blijkens een door het instituut afgenomen examen voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen van bekwaamheid tot het geven van rijonderricht,
b
indien het de afgifte van een certificaat in verband met het verstrijken van de geldigheidsduur van een eerder aan betrokkene afgegeven certificaat betreft, aan degene die blijkens een door het instituut afgenomen toets voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde eisen in verband met het behoud van de vereiste mate van bekwaamheid,
c
aan degene die in het bezit is van een, bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen, door het daartoe bevoegde gezag in het buitenland afgegeven instructeursbewijs dat nog geldig is, of
d
aan degene die in het bezit is van een niet langer dan zes maanden voor de datum van afgifte afgegeven militair of politie-instructeursbewijs dat nog geldig is.
3
De in het tweede lid, onderdelen a en b, bedoelde eisen van vakbekwaamheid kunnen verschillend worden gesteld naar gelang het betreft de verschillende categorieën van motorrijtuigen.
4
Een certificaat, afgegeven in de in het tweede lid, onderdeel c en d, bedoelde gevallen, kan alleen bevoegdheden verlenen die overeenkomen met die welke voortvloeien uit het desbetreffende instructeursbewijs.
5
Bij de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde algemene maatregel van bestuur kan tevens worden bepaald dat voor het afleggen van het examen rijinstructeur een in die maatregel aangegeven niveau van vooropleiding is vereist.
6
Onze Minister kan voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel c, ter uitvoering van regelgeving van de Europese Gemeenschappen met een instructeursbewijs gelijkstellen een bewijs met betrekking tot een
a
door de betrokkene gevolgde opleiding alsmede een door hem opgedane beroepservaring,
b
door de betrokkene opgedane beroepservaring, een en ander overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels.
7
Bij of krachtens de in het tweede lid, onderdeel c, bedoelde algemene maatregel van bestuur kunnen aanvullende eisen worden gesteld waaraan de betrokkene moet voldoen om voor afgifte van een certificaat in aanmerking te komen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •